Het falen van de Congocommissie

I CAN’T BREATHE

We zijn juni 2020. Op 25 mei werd George Floyd voor het oog van heel de wereld in een kniegreep vastgehouden en filmt een voorbijganger hoe hij ‘I can’t breathe’ uitroept alvorens hij sterft op de straat. Politiegeweld op zwarte mannen in de Verenigde Staten was al jaren aan de gang en zijn dood was geen toeval. De Black Lives Matter protesten in de Verenigde Staten brengen veel mensen op de been.

De uitspraak “I can’t breathe” komt temidden een wereldwijde respiratoire pandemie waar ook in andere landen mensen op dat moment en al decennia of beter eeuwenlang dezelfde problematieken rond structurele achterstelling en discriminatie ervaren. In ons land kwamen Adil en later ook nog Ibrahima zo op onduidelijke omstandigheden om het leven in politiehanden. De Covid-crisis toonde verder aan dat representatie van niet-witte mensen in de media duidelijk geen norm was in berichtgeving rond gezondheid. Instinctief handelen toont de ingebedde normen. Bovendien is het duidelijk dat de politici beleid ontwikkelen in de pandemie voor een deel van de bevolking, diegene die in de middenstand leven. Iedereen herinnert zich waarschijnlijk nog het online onderwijs voor kinderen die geen computers hadden, de BBQ’s met catering die mogelijk werden of de prioriteit van mensen die hun tweedeverblijf aan de zee moesten bereiken terwijl jongeren zonder tuin in de grootsteden niet mochten samenkomen.

BURGERS ZIJN BOOS EN VERENIGEN ZICH

Deze cocktail van tegenstellingen en uitsluitingen op verschillende gronden dwingt mensen - ondanks hun grote vrees voor hun eigen gezondheid en die van anderen - om op straat te komen. In België komen zo op 7 juni 2020 meer dan 10.000 mensen in verschillende steden samen in de Belgische Black Lives Matter protesten tegen racisme. Zwarte mensen worden nogmaals herinnerd aan hun dagelijkse realiteit. Witte mensen zien deze realiteit ineens scherper. Meer dan ervoor worden op dat moment ook zij met de neus op de feiten gedrukt. Er lijkt een breed en gedeeld draagvlak te ontstaan voor het erkennen van structureel racisme en het koloniale verleden van dit land. Meer dan ooit willen mensen die geen racisme ervaren bijleren en zichzelf bijscholen. Meer dan ooit hebben mensen die racisme ervaren er genoeg van en spreken zij zich nog meer openlijk uit.

POLITIEK SIGNAAL: DE COMMISSIE

De politiek ziet het signaal van zijn burgers die zich verenigen rond het thema. Zij beslist een commissie op te richten rond het koloniale verleden. De “Bijzondere commissie belast met het onderzoek over Congo-Vrijstaat (1885-1908) en het Belgisch koloniaal verleden in Congo (1908-1960), Rwanda en Burundi (1919-1962), de impact hiervan en de gevolgen die hieraan dienen gegeven te worden” wordt opgericht in juli 2020. De commissie wordt kortweg de Congocommissie genoemd maar gaat duidelijk over veel meer. Ze gaat breder dan enkel het koloniaal bestuur van Leopold II - Congo Vrijstaat - dat de voorbije jaren soms de aandacht kreeg maar ook over de bestuursperiode van de Belgische regering daarna. Ze gaat over meer dan enkel Congo en het directe koloniale bestuur maar ook over de mandaten die België kreeg van de volkenbond over Ruanda-Urundi (het hedendaagse Rwanda-Burundi). Ze gaat verder dan de koloniale periode en de geschiedenis ook over het heden in Congo en over alle diaspora in België. De wil om te onderzoeken en nadien te kijken welk beleid daar kan aan gekoppeld worden,  lijkt dan een belangrijke politieke actie.

Om onafhankelijk de historische en hedendaagse feiten te onderzoeken wordt beslist dat het politieke luik van het onderzoek voorafgegaan moet worden door een voorbereiding via een groep van experten. Nog voor de aanvang van de voorbereiding wordt het verschil tussen ambitie en de bestaande gescheiden realiteiten echter duidelijk. Twee experten die zijn gekozen uit de diaspora zelf, Olivia Rutazibwa en Nadia Nsayi onthouden zich omdat de groep gekozen experten geen leden bevat uit de brede diaspora die jarenlang aan activisme rond dit onderwerp deden. Na een correctie hierop gaan 10 mensen (historici, verzoeningsexperten, 1 vertegenwoordiger voor de diasporagroepen) aan de slag. Daarnaast worden een aantal diasporagroepen geraadpleegd.

Daaropvolgend werken zij 4 maand lang, 2 dagen per week rond onderzoek binnen 3 kernthema’s:
- geschiedenis
- herinnering, herstel en participatie
- kolonialisme en racisme.

HET FALEN VAN DE COMMISSIE

Met wat vertraging geven zij een lijvig dossier van 681 pagina’s door aan een politieke commissie die met de onderzochte waarheden aan de slag moeten gaan en politieke besluiten nemen.
Ze raden dit tweede deel van de commissie aan om transparant en participatief te werken en niets te overhaasten. Dekolonisering vraagt hoogdringendheid en tegelijkertijd zorgvuldigheid. Beide in de weegschaal.
Inhoudelijk moet er volgens hen ook eindelijk gepraat worden over een aantal onderwerpen die tot dan toe geen evidentie zijn. Zo bijvoorbeeld over het verzwegen antikoloniaal verzet in de kolonies zelf. Ook over inrichting van onderwijs over dat koloniaal verleden dat het Europees narratief niet verbloemt zoals vaak het geval was. Naast onderzoek over en ontsluiten van het verleden dringen ze ook aan op politieke besluitvorming rond het heden. We leven namelijk nog steeds in wanverhoudingen tussen bevolkingsgroepen in hetzelfde land en op globale schaal. Herstelbetaling, erkenning en actieplannen tegen hedendaags racisme zijn mogelijke pistes die te onderzoeken zijn.

Gedurende een jaar komen nog verschillende mensen getuigen in de commissie en blijft het relatief stil rond de resultaten waarna in oktober en november 2022 opeens verschillende berichten de buitenwereld bereiken. Het wordt duidelijk dat er onenigheid is binnen de verschillende partijen over één punt in het rapport: excuses. Laat dat nu net zijn waar ook het koningshuis in hoedanigheid van koning Filip in juni 2020 per brief en in juni 2022 live in Congo omheen fietste. De koning drukte tot twee maal toe (diepste) spijt uit naar het Congolese volk en andere betrokkenen maar gebruikt het woord excuses niet. De politiek struikelt over hetzelfde punt. Bepaling nummer 69 rond verontschuldigingen voor koloniale daden blijkt een brug te ver. De andere 127 aanbevelingen worden niet besproken. De vrees voor juridische gevolgen van een politieke daad is op dat moment te groot. De commissie stopt op een dood spoor. De partijen spelen een pingpongspel rond de schuld voor het mislukken van dit politieke luik. Ook over de rol van het koningshuis en vermenging van belangen van het koningshuis en de politiek wordt gedebatteerd. De koning zou een gesprek gehad hebben met minister De Croo hierover en zo de meningen beïnvloed hebben. In december komt iedereen die betrokken was bij de commissie zo in het oog van de storm terecht.

DE STILTE NA DE STORM

In de omringende buurlanden gaat het er tegelijkertijd anders aan toe. Enkele banken gaan zelf hun excuses aanbieden voor hun slavernijverleden en regeringen nemen op hun manier initiatieven om met het verleden om te gaan. In Nederland gaat premier Rutte zo excuses aanbieden voor het slavernijverleden en in Duitsland erkent men de genocide in Namibië. Er worden concrete projecten aan gekoppeld die neigen naar herstelbetalingen maar het nooit helemaal mogen genoemd worden. In Duitsland noemt men de betaling bijvoorbeeld een bijdrage aan de ontwikkeling van het land. Iets wat door bepaalde personen als belediging wordt gezien. In België blijft het in de politiek en het bedrijfsleven naast gekibbel en schuldvragen voor het mislukken van de commissie echter stil rond oplossingen en concrete acties. Het bedrijfsleven blijft zelfs volledig buiten schot en neemt geen enkel initiatief.

Eind december kruipen enkele opiniemakers uit academische wereld, activisme of diaspora in hun pen om het onrecht en het falen aan te klagen. Zo komen verschillende invalshoeken in de krant. Verder in januari echter, de periode van de herdenking van Lumumba, is de storm al gaan liggen.

NU OMGAAN MET HET VERLEDEN DAT BELGIË ZELF HEEFT GECREËERD

We zijn nu 6 maand na het einde van de commissie. We zijn 3 jaar na het hoogtepunt van COVID en van de BLM-protesten. Er is geen verandering en er is stilte over dit onrecht. De urgentie, de drang en de wil om gezamenlijk grotere stappen te zetten in het dekoloniseren van onze maatschappij lijkt verder weg dan toen.

Een van de thema’s van Hand in Hand is het dekoloniseren van immaterieel erfgoed. Dit gaat niet enkel over het dekoloniseren van bestaande discriminerende tradities maar ook het herdenken van een koloniaal verleden dat ligt bij België en in België. Dat was deel van het gedachtengoed dat ook naar voor komt in het verslag voor de commissie. Zoals Kol Jean Bophane zei in zijn getuigenis: “Onze zielen moeten aan beide kanten gesust worden. (…) Wij zijn vol van het Westen maar jij bent leeg van ons.” Het is nog steeds een privilege van het westen en zijn onzichtbare mensen om ervoor te kiezen om het deel racisme in onze gezamenlijke geschiedenis en in onze gedeelde hedendaagse context niet als prioriteit te zien. Om barrières die een samenleven onmogelijk maken, te laten bestaan.

Een daad van herdenking is het zien van de mensen die aan het koloniaal systeem zijn gestorven. Op 30 juni 2023 worden er symbolisch bloemen neergelegd aan het KMSK en nog steeds loopt een petitie voor een herdenkingssymbool voor de Congolezen die stierven tijdens de wereldtentoonstelling van 1894. Het herdenken van slachtoffers die hier zijn gemaakt tijdens de wereldtentoonstelling door een koloniaal systeem met hiërarchie, exotisering en stereotypering dat deze doden mogelijk maakt(e), is een klein deel van dat herstel. Die herdenking is niet geheel anders dan een herdenking van andere oorlogen. Het is naast de herdenking van mensen die hier gestorven zijn ook de herinnering aan een strijd. Een strijd die België als land gelukkig al deels verloren heeft door het antikoloniale verzet en daaropvolgende onafhankelijkheid van koloniale gebieden. Het is de strijd tegen hiërarchie en de strijd voor de creatie van een andere toekomst die België nu best wel kan winnen. Deze van een maatschappij zonder slachtoffers gemaakt op basis van hun uiterlijke of culturele kenmerken en van mensen die in hun volwaardigheid recht hebben op het heden en een volwaardig verteld verleden dat dit land zelf voor al zijn burgers heeft gecreëerd.

 

MEER INFO
Het uitgebreide rapport van de experten (26 oktober 2021) vind je hier.

De finale aanbevelingen (2022) vind je hier