Visietekst Dekoloniseer Klimaattransities
De gevolgen van de steeds versnellende klimaatverandering zijn overal zichtbaar. Ondertussen kunnen we als het nieuwe normaal spreken over klimaatcrisis en niet meer gewoon verandering. Ook hier voor de mensen in het westen. Voorbeelden zijn overstromingen zoals die in Wallonië in 2021 en de vele bosbranden in Europa door langdurige hittegolven. Het zijn dagelijkse nieuwsitems geworden.
Unesco bijvoorbeeld wijst op een oorzakelijk verband met de industriële revolutie. Bovendien laat de geschiedenis van de moderne economische ontwikkeling zien dat door de fossiele energie-economie en geglobaliseerde extractie en massaproductie, koloniserende staten hun welvaart zagen toenemen. “Hoeveel vervuilende industrie is geïntroduceerd in andere regio’s tijdens de periodes van kolonisatie?” of “Hoeveel inkomen van die industrie grotendeels naar de koloniserende landen of bepaalde multinationals betrokken bij de kolonisatie is gegaan?” Deze zaken worden geminimaliseerd door onze overheden, scholen, geschiedenisboeken of jaarverslagen van betrokken bedrijven.
Omgekeerd zijn de gevolgen en de kost van transitie het sterkst voelbaar bij de mensen met lage inkomens in het westen, waarvan velen geracialiseerd, en meer nog de meest kwetsbaren in de landen in het zuiden. Zij, de meest geaffecteerde mensen en gebieden – in het Engels ‘MAPA’ – zijn vaak ook diegene die het minste baten hadden van die industrie. Daarbij komt nog dat vandaag de financiële middelen en de macht om het beleid en de richting van klimaattransitie te bepalen ook helemaal niet bij die groepen liggen.
Hand in Hand erkent de idee van een noodzakelijke energie- en andere klimaattransities waarvan de industriële revolutie de oorzaak is. We eisen nu dat deze zoektocht gelijktijdig loopt met het erkennen en gebruiken van onderzoeken die de impact toen en nu tonen van de koloniale projecten. Dit betekent ook een blik op de opgebouwde welvaart van de eerst geïndustrialiseerde staten.
De kost van de klimaatcrisis voor landen in het Zuiden is ontzaglijk opgelopen. We eisen dat er vandaag een blijvende focus komt op een hedendaags rechtvaardig kader voor zo’n transitie binnen alle gemeenschappen hier en in relatie tot landen in het Zuiden.
We eisen dat er acties komen met betrekking tot een rechtvaardig kader voor de noodzakelijke transities in de regio's die zwaar getroffen worden en daarbinnen – hier en elders – ook voor de personen die het meest kwetsbaar zijn voor impact van klimaatverandering
Klimaattransitie rechtvaardig maken voor onze en de volgende generaties is niet mogelijk zonder te kijken waar vergoedingen voor geïntroduceerde schade nodig zijn. Rechtvaardigheid vraagt te onderzoeken welke bedrijven en vooral multinationals, en ondersteunende overheden, hun schade doorschuiven. Welke bedrijven en multinationals welvaartsverschillen en weerstand van het globale zuiden dat macht en zeggenschap mist, misbruiken als drukkingsmiddel. Het vraagt het blootleggen van de enorme bijdrage van het militair-industrieel complex als grote vervuiler en koloniaal apparaat, met de Verenigde Staten als voorbeeld bij uitstek. Het vraagt durf om het afval in de ruimte rond onze planeet en het elitaire gebruik van het woord ‘kolonisatie’ van andere planeten aan te klagen. We vragen om dat te zien als een voortzetting van opnieuw dezelfde koloniale retoriek als “voor het goed van de mensheid” dat nu verwoord wordt als “de mensheid redden”.
Rechtvaardig klimaatbeleid bestaat pas als het bepaald en mee gevormd wordt binnen de realiteit van alle benadeelde leden van de gemeenschap en dit zonder racisme en/of extra stigmatisering door de zogenaamde oplossingen. Ook de normering en uitgangspunten van het beleid rond transitie moeten hierbij uitgedaagd worden. Er kan pas anders gekeken worden als erkend wordt dat veel van de wetenschap en kennisproductie omtrent klimaatbeleid en algemeen het begrip van ecologie en natuurlijke omgeving nog steeds gevormd wordt vanuit een te westers model. Daarom zoeken we het beste naar welke westerse mythes van ‘nooit genoeg’ en superioriteitsgevoel zo verweven zijn met onze globale economie dat ze verhinderen dat volwaardige alternatieven die groeien uit gemarginaliseerde gemeenschappen en/of wereldbeelden een rechtmatige zichtbaarheid en plaats krijgen. Alle discriminerende mechanismen die voortvloeien uit een overwegend witte, kapitalistische norm zoals die vandaag nog in werking is, worden versterkt binnen de klimaatcrisis. Je kan geen andere oplossingen verwachten als je exact hetzelfde groeimodel en dezelfde economische parameters blijft gebruiken om succes te definiëren. Om tot een rechtvaardig klimaatbeleid te komen moeten ook de meest vervuilende landen die vervuiling uitbesteden, of hun respectieve multinationals en militaire apparaten, in een versneld tempo hun emissies verlagen en hun historische verantwoordelijkheid nemen.
Zowel in het globale zuiden als in onze regio zijn er verschillende generaties activisten en bewegingen al actief rond het samenbrengen van klimaattransitie met rechtvaardige verdeling van lasten en opbrengsten. Zij hebben een andere visie op economie en ontwikkeling. Voor hen is die niet gebaseerd op extractie en uitbuiting, zogezegd de enig mogelijke moderne denkbeelden, die in essentie voortbouwen op koloniale denkbeelden. Hun visies hebben meer focus op de essentiële plaats van de natuur en wederkerigheid met voordelen voor de menselijke gemeenschap erin. Voor een sterkere klimaattransitie zoeken we het beste naar nieuwe en bredere coalities in het noorden en zuiden die geen stemmen marginaliseren. Zo kan aan genegeerde partners hier en uit andere regio’s niet alleen gevraagd worden om op een gespreksavond of debat hun wijsheid te delen en kunnen ze reëel zeggenschap krijgen.