Actiekaders Dekoloniseer klimaattransities

Naar een rechtvaardige klimaattransitie:

Met oog voor onrecht

Niet zonder een andere economie

Vanuit de ervaring van gemarginaliseerde en genegeerde groepen

 

Acties rond het onrecht in klimaattransities

Er is een groot deel historische vervuiling opgebouwd door industrieën en bedrijven die ooit betrokken waren bij de kolonisatie of daarmee samengaande globalisering. De introductie van die industrieën in voorheen gekoloniseerde landen heeft zijn sporen nagelaten. Hoe kan historische vervuiling opgenomen worden in het huidige beleid? Welk herstel is daarvoor nog nodig? Wordt dit gesprek in dialoog gevoerd met de gekoloniseerde gemeenschappen die daardoor geleden hebben? De onderzoeken die de linken blootleggen met kolonisatie, waar worden die gebruikt in beleidsbepaling? Waar zit de vervuilende industrie in België en is er sprake van milieuracisme in waar die vervuiling mensen het meest raakt? In rapporten als dat van ENAR of onderzoeken in de Verenigde Staten worden die linken blootgelegd. Hier zien we dat nauwelijks.

Acties rond andere economie

Het westerse model is geglobaliseerd. We leven in een wereld die financiële markten als heilig aanziet, groei als noodzakelijk voor overleving, en natuur en mensen als een zogenaamde resource om dan opnieuw winsten te maken. Tegelijkertijd worden voor klimaattransities nieuwe oplossingen aangedragen die niet serieus worden genomen omdat ze onderhevig zijn aan diezelfde economische wetmatigheden. Aan mensen uit andere regio’s, met mogelijk andere wereldbeelden die de relatie met de natuur centraler stellen als uitgangspunt en niet als bijkomende maximale parameter om tot overleving te komen, wordt gevraagd om hun visie te delen op gespreksavonden. Bij het implementeren van maatregelen  worden zij nochtans niet noodzakelijk op de agenda gezet. Welke acties zorgen ervoor dat zij center stage komen?

Verder zien we dat termen als bio, vegetarisch, klimaatneutraal deel worden van een industrie die deze als een ‘nieuwe’ westerse uitvinding voorstellen. Het debunken van de mythe ‘biovoedsel’ als westers concept en erkennen dat mensen en vooral industrieën uit het westen nog de grootste vleesproducenten en -consumenten én waterverbruikers zijn, dat vegetarisch eten voor velen in andere regio’s geen ecologische keuze maar een levenswijze is, kan licht werpen en dwingen om te luisteren naar andere actoren in het gesprek rond klimaatneutraal gedrag en productie. Acties om de denkbeelden rond ons gedrag en dit in een reëler en rechtvaardiger globaal perspectief zetten, zijn nodig om enerzijds tot meer urgentie in verantwoordelijkheid en tegelijk meer bescheidenheid in het aandragen van oplossingen te komen.

Wat zijn de meest vervuilende industrieën? Er is al substantieel bewijs dat militaire complexen, tevens koloniale systemen, sterk vervuilend zijn. De beslissing om hierin te investeren, heeft dus niet alleen impact op menselijk leed maar is tegelijk een investering in vervuiling. De technologische vernieuwingen en monopolies in ruimtevaart die vooral ook de elites van onze maatschappijen ten goede komen, leggen een extra-planetaire laag op deze vragen die vooralsnog vooral in termen van macht en ontplooiing bij het Westen liggen. Hoe gaan onze regeringen om met deze extra bezwarende argumenten? Welke beslissingsmacht hebben andere regio’s en partners hier daarin?

Tot slot is de vraag: wie verdient aan de klimaattransitie vandaag? Weten we waar ons gerecycleerd afval naartoe gaat? Wat is de kost van elektrisch rijden in termen van vervuiling in de regio’s buiten Europa waar de productie plaatsvindt? Wie heeft het monopolie op recycleren? Wie gaat met de eer lopen voor concepten als urban mining? ‘Frugal innovation’, oftewel innovatie vanuit de basis, en deze vooral uit andere regio’s wordt niet gewaardeerd maar wel gecapteerd omdat de financiële slagkracht en macht blijven liggen bij wie reeds kapitaal of schaalgrootte heeft en op globale schaal vooral in voorheen koloniserende landen. Het ondersteunen van initiatieven en groepen die financieel de macht niet hebben en hen beschermen kan ervoor zorgen dat we niet telkens hetzelfde herhalen.

Acties omtrent een kortetermijnbeleid en ‘nultolerantie' inzake voedselverspilling. Wie wint en wie verliest hierin?

Acties rond bredere coalities in de klimaatbeweging

De klimaatbeweging moet in eerste instantie representatief zijn voor de bevolking. Wordt er voldoende ingezet op het betrekken van alle gemeenschappen zodat ieders zorgen mee in de weegschaal liggen? Wie zit er in lokale actiegroepen? Zo wordt het snel duidelijk welke kost van de maatregelen voor energietransitie er is voor wie nu al het minste middelen heeft en meest kwetsbaar is. Heeft iedereen toegang tot maatregelen rond klimaattransitie en welke baten hebben zij van de maatregelen?

Daarnaast is de klimaatbeweging in België nog dominant een zaak van witte mensen. Zijn er acties rond bewustzijn rond barrières tot deelname zoals het bestaan van microagressies of de netwerken die worden aangesproken? Ligt er voldoende focus op intersectionaliteit en andere uitsluitingen die de impact van klimaatverandering verzwaren? Welke beeldvorming dragen de klimaatbewegingen uit met betrekking tot wie de leidersrollen kan opnemen en welke rolmodellen worden het meest in de kijker gezet? Er moeten meer vragen komen die nog voor het bepalen van strategie besproken worden.

Met betrekking tot interacties en coalities met landen in het Zuiden en MAPA – most affected people and areas – worden mensen aangesproken als partners die het meest urgent nu de gevolgen ervaren en krijgen zij het platform en de zeggenschap om beleid mee vorm te geven.